Translation of "Ticket" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Ticket" in a sentence and their dutch translations:

Vigila mi bolsa mientras voy a comprar un ticket.

Let op mijn tas, terwijl ik een ticket ga kopen.

- Enseñé mi entrada a la puerta.
- Mostré mi ticket en la puerta.

Ik liet mijn kaartje bij de deur zien.

- Les dije que me mandaran otro boleto.
- Les dije que me enviaran otro ticket.

- Ik heb ze gezegd dat ze me een nieuw ticket moeten opsturen.
- Ik heb ze gezegd dat ze me nog een ticket moeten opsturen.