Examples of using "Televisor" in a sentence and their dutch translations:
Mag ik de televisie aanzetten?
- Mijn tv is kapot.
- Mijn televisie is kapot.
- Onze tv doet het niet.
- Onze tv is kapot.
- Onze tv is stuk.
Deze tv is in Korea gemaakt.
Mag ik de televisie aanzetten?
Er is een televisie in deze kamer.
Doe de televisie uit alstublieft.
Die tv staat te hard.
Ik heb geen nieuwe tv nodig.
Ik sliep voor de tv.
Heb jij ooit een tv gerepareerd?
Is er tv op de kamer?
Waarom heb je een nieuwe tv nodig?
Er is een televisie in deze kamer.
Waarom heb je een nieuwe tv nodig?
Als je vrij wilt zijn, moet je je televisie vernietigen.
Er is een televisie in deze kamer.
Er is een televisie in deze kamer.
Tom zette de tv aan.
Dit televisietoestel is zwaar.
Zet de televisie niet luider alstublieft.
Al na drie dagen was de televisie opnieuw defect.
- Is er tv op de kamer?
- Is er een televisietoestel in de kamer?
Waarom heb je een nieuwe tv nodig?
Gelieve de televisie aan te zetten.