Examples of using "Manejar" in a sentence and their dutch translations:
- Laat dat maar aan mij over.
- Laat mij dit afhandelen.
Kunt u autorijden?
Hij kan rijden.
Mag ik rijden, alstublieft?
Ik wil rijden.
Ik kan rijden.
Te snel rijden is gevaarlijk.
Tom weet hoe hij een vorklift moet bedienen.
Ik ben eraan gewend om een vrachtwagen te besturen.
Laat dat maar aan mij over.
- Ik wil niet rijden.
- Ik heb geen zin om te rijden.
Deze machine is eenvoudig te bedienen.
...zijn meer dan deze jongen aankunnen.
Het apparaat is wonderlijk eenvoudig te bedienen.
zijn we gewoonweg minder goed in staat om de drukte te hanteren.
- Kunt u autorijden?
- Kun je autorijden?
Ik kan niet rijden.
- De Japanse regering kan het probleem niet oplossen.
- De Japanse regering kan met het probleem niet omgaan.
Ik weet zeker dat Tom dit klusje kan klaren.
Mijn vader leerde eindelijk autorijden toen hij vijftig was.
- Kun je autorijden?
- Weet je hoe je een auto moet besturen?