Translation of "Londres" in Dutch

0.040 sec.

Examples of using "Londres" in a sentence and their dutch translations:

- ¿Cuándo estuviste en Londres?
- ¿Cuándo estuvo en Londres?

Wanneer was je in Londen?

- ¿Cuándo regresaste de Londres?
- ¿Cuándo regresó de Londres?

- Wanneer bent u teruggekomen van Londen?
- Wanneer ben je uit Londen teruggekomen?

Estoy en Londres.

Ik ben in Londen.

¿Estoy en Londres?

Ben ik in Londen?

Llegué a Londres.

Ik kwam aan in Londen.

Soy de Londres.

Ik kom uit Londen.

- ¿Cuándo vas a estar en Londres?
- ¿Cuándo estarás en Londres?

Wanneer ben je in Londen?

- En Londres hay muchos parques.
- Hay muchos parques en Londres.

Er zijn veel parken in Londen.

¿Cuándo regresó de Londres?

Wanneer bent u teruggekomen van Londen?

Quiero ir a Londres.

Ik wil naar Londen gaan.

La conocí en Londres.

Ik heb haar leren kennen in Londen.

¿Cuándo regresaste de Londres?

Wanneer ben je uit Londen teruggekomen?

¿Cuándo estuvo en Londres?

Wanneer was je in Londen?

¿Cuándo estuviste en Londres?

Wanneer was je in Londen?

- Estuvimos en Londres dos semanas.
- Nos quedamos dos semanas en Londres.

We zijn twee weken in Londen gebleven.

- Comparado con Tokio, Londres es pequeño.
- Londres es pequeño comparado con Tokyo.

Londen is klein vergeleken met Tokio.

Hay muchos parques en Londres.

Er zijn veel parken in Londen.

El tren llegó a Londres.

De trein kwam aan in Londen.

Fue a Londres en 1970.

Hij ging in 1970 naar Londen.

¿Visitaste la Torre de Londres?

Heb je de Tower of London bezocht?

Londres fue bombardeada varias veces.

Londen werd verscheidene keren gebombardeerd.

Me gustaría ir a Londres.

Ik zou graag Londen bezoeken.

Pedí algunos libros desde Londres.

Ik heb enkele boeken besteld uit Londen.

La neblina envolvía a Londres.

De nevel omsluierde Londen.

Él salió hacia Londres anteayer.

Eergisteren is hij naar Londen afgereisd.

- La conocí en Londres.
- Me encontré con ella por primera vez en Londres.

- Ik heb haar voor het eerst ontmoet in Londen.
- Ik heb haar leren kennen in Londen.

- Yo he ido dos veces a Londres.
- He estado en Londres dos veces.

Ik ben tweemaal in Londen geweest.

- Mañana por esta hora estaremos en Londres.
- Mañana a esta hora estaremos en Londres.

Morgen rond deze tijd zijn we in Londen.

Londres está por el río Támesis.

Londen grenst aan de Theems.

¿Qué hora es ahora en Londres?

Hoe laat is het nu in Londen?

Londres es la capital de Inglaterra.

Londen is de hoofdstad van Engeland.

Bell vivía antes en Londres, ¿no?

Bell woonde vroeger in Londen, of niet?

Vive en las afueras de Londres.

Hij woont in de buitenwijken van Londen.

Comparado con Tokio, Londres es pequeño.

In vergelijking met Tokio is Londen klein.

He estado en Londres dos veces.

Ik ben tweemaal in Londen geweest.

Fuimos a Londres el año pasado.

Vorig jaar zijn we naar Londen geweest.

Fue a Londres hace dos años.

Ze was twee jaar geleden in Londen.

Estuve en Londres el mes pasado.

Ik was vorige maand in Londen.

Le enseñamos algunas fotos de Londres.

We toonden hem enkele foto's van Londen.

Un día estaba perdido en Londres.

Op een dag was ik verdwaald in Londen.

Nos quedamos dos semanas en Londres.

We zijn twee weken in Londen gebleven.

¿Cuál fue tu primera impresión de Londres?

Wat was je eerste indruk van Londen?

Está a unos 133 kilómetros de Londres.

Dat is op ongeveer 133 kilometer van Londen.

No sé cuándo sale ella hacia Londres.

Ik weet niet wanneer ze naar Londen vertrekt.

Él está actualmente en Londres por negocios.

Hij is nu voor zaken in Londen.

Tengo un amigo que vive en Londres.

Ik heb een vriend die in Londen woont.

Hace dos años él estuvo en Londres.

Hij was twee jaar geleden in Londen.

Lo conocí durante mi estancia en Londres.

Ik heb hem leren kennen tijdens mijn verblijf in Londen.

Tengo pensado visitar Londres la semana próxima.

- Ik ben van plan om aanstaande week Londen te bezichtigen.
- Ik denk erover om Londen volgende week te bezoeken.

Londres es la capital del Reino Unido.

Londen is de hoofdstad van het Verenigd Koninkrijk.

Mañana a esta hora estaremos en Londres.

Morgen rond deze tijd zijn we in Londen.

La capital de Reino Unido es Londres.

De hoofdstad van het Verenigd Koninkrijk is Londen.