Examples of using "Limpia" in a sentence and their dutch translations:
Maak de kamer schoon.
Maak de keuken schoon.
- Maak je kamer schoon.
- Maak uw kamer schoon.
Maak de spiegel schoon.
Maak de kamer schoon.
- Was de groente.
- Was de groenten.
- Was de groentes.
Deze tafel is schoon.
- Ik heb een schoon shirt nodig.
- Ik heb een schoon overhemd nodig.
Is het schoon?
- Hou jullie klaslokaal zuiver.
- Hou jullie klaslokaal schoon.
Het water is proper.
De roze kussen is schoon.
- Het water is niet schoon.
- Het water is niet zuiver.
De hand van Jan is rein.
Het is niet schoon.
schoon drinkwater, elektriciteit, enzovoort.
We moeten investeren in schone, duurzame energie.
- Het water is schoon.
- Het water is proper.
- Het water van deze rivier is heel zuiver.
- Het water van deze rivier is erg schoon.
schone, hernieuwbare energie, inclusief zonne-en windenergie;
- Je moet je kamer schoon houden.
- U moet uw kamer schoon houden.
Hij houdt zijn kamer schoon.
Als de ene hand de ander wast, worden ze allebei schoon.
om te garanderen dat iedereen toegang heeft tot voedsel en schoon water.