Examples of using "Alérgica" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben allergisch voor gluten.
Ben je voor iets allergisch?
Hebt ge al allergische reactie gehad?
Zij is allergisch voor katten.
- Deze eekhoorn heeft een notenallergie.
- Deze eekhoorn is allergisch voor noten.
Ik ben allergisch voor stof.
- U bent waarschijnlijk allergisch voor pollen of stof.
- Je bent waarschijnlijk allergisch voor pollen of stof.
- Jullie zijn waarschijnlijk allergisch voor pollen of stof.
Ik ben allergisch voor maïs.
Ik ben allergisch voor pinda's.
Ik ben allergisch voor honden.
Ik ben allergisch voor zeevruchten.
Ik ben heel erg allergisch voor pinda's.
Ik ben erg allergisch voor pinda's.
Je bent nergens allergisch voor, toch?
Ik ben allergisch voor sigarettenrook.
- Ik ben allergisch voor stuifmeel.
- Ik ben allergisch voor pollen.
Ik ben allergisch voor aspirine, penicilline en sulfamedicijnen.