Examples of using "школой" in a sentence and their dutch translations:
Hij woont in de buurt van de school.
Ik ben trots op mijn school.
Zij wonen dicht bij de school.
Hij woont in de buurt van de school.
Mijn huis is dicht bij de school.
Mijn oom woont in de buurt van de school.
Je vindt de winkel tussen een bank en een school.
Mijn huis is dicht bij de school.
Op doordeweekse avonden gaat Tom om negen uur naar bed, maar op vrijdagen en zaterdagen blijft hij veel langer op.