Examples of using "дядя" in a sentence and their dutch translations:
Het is mijn oom.
- Tom is uw nonkel.
- Tom is je oom.
- Tom is jullie oom.
- Tom is uw oom.
Waar is jouw oom?
Mijn oom is rijk.
- Tom is je nonkel.
- Tom is je oom.
Tom is mijn oom.
Hij is mijn oom.
Hij werd opgevoed door zijn oom.
- Mijn oom is boos.
- Mijn oom is kwaad.
- Tom is uw nonkel.
- Tom is jullie oom.
- Tom is uw oom.
Mijn oom is doof.
Waar woont je oom?
Zijn oom zorgt voor hem.
Mijn oom heeft mij een boek gegeven.
Mijn oom heeft mij een fototoestel gegeven
Mijn oom runt een hotel.
Dit uurwerk heb ik van mijn oom gekregen.
Gisteren heeft mijn oom een hond gekocht.
Oom Tom is de broer van mijn moeder.
De broer van mijn vader is mijn oom.
De broer van mijn moeder is mijn oom.
Mijn oom stierf een jaar geleden.
Mijn oom gaf hem een geschenk.
Mijn oom kan Duits spreken.
Mijn oom heeft mij een fototoestel gegeven
- Mijn oom gaf me een cadeau.
- Mijn oom gaf me een cadeautje.
De broer van een ouder is een oom.
Mijn oom heeft dit boek voor mij gekocht.
Ik heb een oom die in Kyoto woont.
Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?
Ik heb een oom die in Australië woont.
Ik heb een oom die in Kyoto woont.
Is jullie oom nog steeds in het buitenland?
Mijn oom woont in New York.
Mijn oom is mager, maar mijn tante is dik.
De echtgenoot van de zuster van mijn vader is mijn oom.
Mijn oom gaf me dit horloge.
Mijn oom woont in de buurt van de school.
Zijn oom stierf vijf jaar geleden.
Mijn oom stierf aan longkanker.
Mijn oom woont in New York.
Mijn oom leeft in het oosten van Spanje.
Oom Bob nodigde ons uit voor het avondeten.
Tom en zijn oom liepen samen in stilte.
Hij vroeg me waar mijn oom woonde.
Mijn oom woont in Madrid, de hoofdstad van Spanje.
Mijn oom is gisteren overleden aan maagkanker.
Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?
Ze zeggen dat zijn oom werkte voor hen.
Een oom is de broer van je vader of je moeder.
Mijn oom komt me af en toe opzoeken.
Ik heb een oom die in Kyoto woont.
Mijn oom overleed twee jaar geleden aan kanker.
Zij heeft een oom die bij een bank werkt.
Laat je oom erover nadenken.
Mijn oom die in Parijs woont kwam langs.