Examples of using "фермер" in a sentence and their dutch translations:
kwam er een landarbeider binnen.
Hij is een boer.
Tom is een boer.
De boer ging de varkensstal binnen.
"Spreek niet zo dom!" zei de boer.
Dat is wat de term ‘kleine boer’ betekent.
Dit is Wes Jackson, een boer waar ik wat tijd mee doorbracht in Kansas.