Examples of using "сплю" in a sentence and their dutch translations:
Ik slaap naakt.
Ik slaap.
Ik slaap staand.
Ik slaap niet goed.
Droom ik?
Ik slaap naakt.
Ik slaap nooit.
Ik slaap niet zo veel.
- Ik slaap in mijn kamer.
- Ik slaap in mijn slaapkamer.
Ik slaap niet zo veel.
Dus ik slaap nooit in een vliegtuig.
In de winter slaap ik onder twee dekens.
Om tien uur 's avonds slaap ik al.
In de zomer slaap ik altijd met het venster open.
Ik kneep mezelf om er zeker van te zijn dat ik niet droomde.
Ik ben wakker.
Ik deed alsof ik sliep.
Ik deed alsof ik sliep.
Ik deed alsof ik sliep.