Examples of using "словаря" in a sentence and their dutch translations:
- Heeft u geen woordenboek?
- Hebben jullie geen woordenboek?
- Heb je geen woordenboek?
- Je hebt drie woordenboeken.
- U heeft drie woordenboeken.
- Jullie hebben drie woordenboeken.
Zij hebben twee woordenboeken.
Heb je geen woordenboek?
Een woordenboek samenstellen vraagt enorm veel tijd.
Ik heb mijn woordenboek niet bij de hand.
Een woordenboek samenstellen vraagt enorm veel tijd.
De herziening van dit woordenboek duurde zes jaar.
Ik heb drie Frans-Engels woordenboeken.
Ik heb mijn woordenboek niet bij de hand.
Het handige van dit elektronische woordenboek is dat je het makkelijk mee kan nemen.
Ik heb geen geld om een woordenboek te kopen.