Examples of using "разговаривают" in a sentence and their dutch translations:
Ze zijn aan het praten.
Zij praten in de keuken.
Bloemen praten niet.
- Ze spreken Spaans in Colombia.
- Men spreekt Spaans in Colombia.
Ze zijn met elkaar aan het praten.
Spreken jonge Fransen ook over politiek?
Zelfs Japanners kunnen fouten maken wanneer ze Japans spreken.
- Ze spreken Frans.
- Zij spreken Frans.
De beste manier om een taal onder de knie te krijgen, is naar het land te gaan waar ze gesproken wordt.
- Welke talen spreekt men in België?
- Welke talen spreken ze in België?
De jongeren spraken luid onder elkaar en letten niet op de mensen rondom hen.
Ik hoor doorheen de muur wat zij zeggen.