Examples of using "отвезу" in a sentence and their dutch translations:
Ik breng je naar huis.
Ik breng je naar huis.
- Ik breng je naar huis.
- Ik zal je naar huis rijden.
- Ik zal je met de auto naar huis brengen.
- Ik breng je wel naar het vliegveld.
- Ik breng u wel naar het vliegveld.
- Ik breng je naar het vliegveld.
Ik breng je naar het vliegveld.
- Ik zal je naar huis rijden.
- Ik zal je met de auto naar huis brengen.
- Ik breng je met de auto naar huis.
- Ik zal u met de auto naar huis brengen.
- Ik zal je naar huis rijden.
- Ik breng je wel naar het vliegveld.
- Ik breng u wel naar het vliegveld.
- Ik breng je naar het vliegveld.
Ik zal Tom naar huis brengen.
Ik zal je naar school brengen.