Examples of using "кашель" in a sentence and their dutch translations:
Jouw hoest is het gevolg van roken.
Ik heb een hoestbui.
Heb je een hoestbui?
Tom heeft hoestbuien.
Ik heb een droge hoest.
Heeft u last van hoest?
Tom heeft een aanhoudende hoest.
Jouw hoest is het gevolg van roken.
- Heb je last van hoest?
- Heeft u last van hoest?
Ik hoest, en heb een beetje koorts.
Ik hoest, en heb een beetje koorts.
Het kindje had een vervelende hoest omdat zij verkouden was.