Examples of using "застрял" in a sentence and their dutch translations:
Tom kwam niet verder.
Ik zit hier vast.
Deze lade klemt.
Tom zit vast in het verleden.
Ik stond vast in de file.
Zit je vast?
Ik zit vast in de modder.
Ik zit bij de vierde vraag vast.
- Ik zit vast in de file.
- Ik zit vast in een verkeersopstopping.
De kat zit vast in de boom.
Ik stond vast in de file.
We proberen het touw aan de andere kant in een spleet vast te krijgen.
Ik stond vast in de file.
Hij zit vast in een spleetje daar. We binden hem vast.