Translation of "джаз" in Dutch

- Мне нравится джаз.
- Я люблю джаз.

Ik hou van jazz.

- Им нравится джаз.
- Они любят джаз.

Zij houden van jazz.

Я иногда слушаю джаз.

Ik luister soms naar jazz.

- Я люблю слушать музыку, прежде всего джаз.
- Я люблю слушать музыку, особенно джаз.

Ik luister graag naar muziek, naar jazzmuziek boven alles.

Я знаю, что он любит джаз.

Ik weet dat hij van jazz houdt.

Я люблю слушать музыку, особенно джаз.

Ik luister graag naar muziek, naar jazzmuziek boven alles.

Я люблю слушать музыку, прежде всего джаз.

Ik luister graag naar muziek, naar jazzmuziek boven alles.

Она любит классическую музыку, в то время как я предпочитаю джаз.

Zij is gek op klassieke muziek terwijl ik de voorkeur geef aan jazz.