Examples of using "выросли" in a sentence and their dutch translations:
Zijn kinderen zijn groot geworden.
- De prijzen zijn gestegen.
- De prijzen gingen omhoog.
- We zijn samen opgegroeid.
- We groeiden samen op.
groeiden onze kinderen op.
De welpen zijn bijna volgroeid...
De tweejarige welpen zijn bijna volgroeid.
Ben je in Boston opgegroeid?
U bent gegroeid, Tom.
Waar in Australië ben je opgegroeid?
Zoals te verwachten was, zijn de prijzen van de ingevoerde waren gestegen.