Examples of using "Расскажу" in a sentence and their dutch translations:
Ik zal het de anderen vertellen.
- Ik zal u mijn verhaal vertellen.
- Ik zal jou mijn verhaal vertellen.
Ik zal je over mijn vader vertellen.
Ik vertel je de rest morgen.
Ik zal je over Japan vertellen.
- Ik zal u mijn verhaal vertellen.
- Ik zal jou mijn verhaal vertellen.
Ik zal je erover vertellen.
Ik zal Tom het goede nieuws gaan vertellen.
Ik zal haar het goede nieuws gaan vertellen.
Laat ik je alles vertellen wat ik weet.
Ik vertel er een paar.
Ik zal je meer vertellen over Japan.
Ik zal u onmiddellijk mijn levensverhaal vertellen.
Ik vertel je morgen de rest van het verhaal.
Ik zal je over mijn vader vertellen.
Ik wil nog één onderzoek aanhalen,
Ik ga je mijn levensverhaal vertellen.
Ik ga u een verhaaltje vertellen.
Laat ik je alles vertellen wat ik weet.
Mag ik het tegen Tom zeggen?
en ik ga jullie een verhaal vertellen over alles wat ik zojuist gezegd heb.
Ik zal jou een geheim vertellen.
Ik zal het aan niemand vertellen.
Ik vertel het je later wel.
Laat me het haar vertellen.