Examples of using "мою" in a sentence and their dutch translations:
Breng mijn hoed.
Veeg mijn kamer schoon.
Geef me mijn boek terug.
Geef me mijn hoed terug.
Geef me mijn hoed terug.
Raak mijn auto niet aan.
- Wil je mijn theorie horen?
- Willen jullie mijn theorie horen?
- Wilt u mijn theorie horen?
Je hebt mijn leven verwoest.
Heb je m'n zus gezien?
Geef mijn fles terug.
Hij heeft mijn moeder gevraagd.
Heb je mijn hond gezien?
Geef me mijn hoed terug.
Je mag mijn pen lenen.
- Heb je mijn boek gezien?
- Heeft u mijn boek gezien?
- Hebben jullie mijn boek gezien?
Geef me mijn boek terug.
mijn huid werd dikker
Mijn pen is gestolen.
Zie je mijn boek?
Ik ben daarvoor verantwoordelijk.
- Ik doe de afwas.
- Ik ben de afwas aan het doen.
Ik was mijn handen.
Teken mijn hondje!
Teken mijn hondje!
Niemand beledigde mijn land.
Jouw boek veranderde mijn leven.
Ik was mijn handen voor de lunch.
Je doet me denken aan mijn moeder.
Kijk naar mijn nieuwe auto.
Ze liet hem mijn foto zien.
Het zou mijn land vernietigen.
Hij accepteerde mijn idee.
- Ze hebben mijn leven verpest.
- Ze hebben mijn leven geruïneerd.
Staat u mij toe u mijn echtgenote voor te stellen.
Ze wees mijn verzoek af.
Mijn vriendin heet Laurie.
Het heeft mijn leven veranderd.
- Ik doe meestal de vaat.
- Gewoonlijk doe ik de afwas.
Hij wees mijn aanvraag af.
Ik was mijn kleren.
Degene die altijd de afwas doet, ben ik.
Ze wees mijn verzoek af.
Ik was mijn appels.
Laat mijn hand niet los.
- Hij vroeg mijn moeder.
- Hij heeft mijn moeder gevraagd.
Ik was de borden met de hand.
Je mag mijn pen lenen.
Ik ben nu mijn haar aan het wassen.
- Hij heeft mijn hond gered.
- Hij redde mijn hond.
Breng mijn hoed.
- Ze hebben mijn idee gestolen.
- Ze stalen mijn idee.
Hier! En vergeet mijn goedheid niet.
Ik was de auto voor het huis zonder problemen.
- Ik was mijn haar niet 's morgens.
- 's Morgens was ik mijn haar niet met shampoo.
Je mag mijn auto gebruiken, als je wil.
- Hij heeft mijn ziekte aangepakt.
- Hij genas mijn ziekte.
was mijn oma omringd met mensen,
En bedekte mijn hele hand.
Laat mijn arm los!
- Leg alles in mijn mand.
- Leg alles in mijn korf.
Mijn vader houdt van mijn moeder.
Niemand bestudeert mijn land.
Niemand verdedigt mijn land.
Niemand haat mijn land.
Niemand respecteert mijn land.
Mijn ouders kennen mijn vriendin.
Ik was mijn handen voor de lunch.
Ik was mijn handen voor de lunch.
Je doet me denken aan mijn moeder.
Vergeet niet om mijn pen terug te geven.
Zijn auto lijkt op die van mij.
- Eet mijn frietjes niet.
- Eet mijn friet niet.
Ik zal mijn betoog resumeren.
Laat mij u mijn zuster voorstellen.
Ik zal je aan mijn moeder voorstellen.
Ze stalen mijn fles wijn!
Jouw boek veranderde mijn leven.
Excuseer mijn onhandigheid.
Ik was mijn haar niet 's morgens.
Als je van me houdt, hou dan ook van mijn hond.
Niemand wilde mijn land bezoeken.
Niemand leest over mijn land.
Niemand wil mijn land beledigen.
Niemand wilde mijn land beledigen.
Mijn zoon kwam naar mijn kamer.
Wil je mijn tatoeage graag zien?
Ik zal u mijn nieuwe auto tonen.
Niemand klopt aan mijn deur.