Examples of using "Гости" in a sentence and their dutch translations:
Geachte gasten!
Morgen hebben we gasten.
Kom ons bezoeken.
Kom ons bezoeken.
Kom ons bezoeken.
De gasten zijn in de keuken.
Ze zijn onze gasten.
We hebben gasten.
- Je gasten wachten.
- Uw gasten wachten.
- Jullie gasten wachten.
Kom mij een bezoek brengen.
- Uw gasten wachten.
- Jullie gasten wachten.
Je gasten wachten.
Laten we even bij hem aanwippen.
Alle gasten kwamen met geschenken.
Ze komen hier regelmatig over de vloer.
Komt U toch bij ons langs morgen!
We hebben bezoek.
- Je hebt een bezoeker.
- U heeft een bezoeker.
- Jullie hebben een bezoeker.
We hebben niet veel bezoekers gehad, deze zomer.
Ik bezoek soms de huizen van mijn vrienden.
Ik bezoek soms de huizen van mijn vrienden.
Jullie zijn mijn gasten.
Ik heb bloemen gekocht, omdat ik mijn oma vanmiddag ga bezoeken.
Maar hier drinken de clubleden en de bruidsgasten thee
We hebben bezoek.
Visite brengt steeds vreugde aan; is 't niet bij het komen, dan bij het gaan.
Bezoek ons.
Bezoek ons.
Wie bezoeken we vandaag?
Tom zei dat hij de kerstman op de Noordpool wilde bezoeken.
Ze hebben hun ouders bezocht gisteren.
Ik heb bloemen gekocht, omdat ik mijn oma vanmiddag ga bezoeken.
Tom kwam naar Boston om Mary te bezoeken.
Robert komt mij af en toe bezoeken.