Examples of using "Falamos" in a sentence and their dutch translations:
Wij spreken Frans.
We spreken.
Wij spreken Japans.
- Ik spreek je later nog.
- We spreken later verder.
We spraken elkaar aan de telefoon.
- We hadden het over Australië.
- We praatten over Australië.
Wij spreken allemaal Engels.
We spraken over verschillende onderwerpen.
We spreken geen Frans.
We spreken allemaal Frans.
Daar praten we niet echt over.
We spraken dikwijls over Japanse politiek.
We spraken onder meer over het weer.
Zie je wat er gebeurt wanneer we de waarheid vertellen?