Examples of using "Computadores" in a sentence and their dutch translations:
Ik haat computers.
Ik haat computers.
Computers zijn machines.
Ik interesseer me voor computers.
Ik ben niet zo heel bekend met computers.
Tom heeft twee computers.
Computers zijn ingewikkelde machines.
Computers worden steeds verbeterd.
In die tijd waren er nog geen computers.
Tom weet hoe computers te herstellen.
Computers zijn heel nuttig.
De kamer stond vol met computers.
Tom gebruikt twee computers tegelijkertijd.
Er zijn niet genoeg computers voor alle leerlingen.
Ik zou wat informatie willen over uw nieuwe computers.
Computers kunnen een heel ingewikkeld werk uitvoeren in een fractie van een seconde.
Ik heb twee computers, maar ze zijn allebei kapot. Nu gebruik ik dus die van mijn zus terwijl ze weg is.