Translation of "Ufam" in Dutch

0.010 sec.

Examples of using "Ufam" in a sentence and their dutch translations:

„Ufam ci. Ufam ci, człowieku.

'Ik vertrouw je. Ik vertrouw je, mens.

Ufam mu.

Ik heb vertrouwen in hem.

Ufam Ci.

- Ik vertrouw je.
- Ik vertrouw u.
- Ik vertrouw jullie.

Ufam ci.

Ik vertrouw op je.

Ufam tobie.

- Ik vertrouw op u.
- Ik vertrouw je.
- Ik vertrouw jullie.

Nie ufam ci.

- Ik vertrouw je niet.
- Ik vertrouw u niet.
- Ik vertrouw jullie niet.

Niezbyt ufam tłumaczeniom.

Ik vertrouw niet per se op vertalingen.

Nie ufam gadułom.

Ik vertrouw geen spraakzame personen.

On jest jedynym przyjacielem, któremu ufam.

Hij is de enige vriend die ik vertrouw.