Examples of using "Rodzicami" in a sentence and their dutch translations:
- Ik woon bij mijn ouders.
- Ik woon samen met mijn ouders.
- Woont ge bij uw ouders?
- Woon je bij je ouders?
- Hij woont bij zijn ouders.
- Hij woont samen met zijn ouders.
Ik heb samen met mijn ouders gegeten.
Ik heb met mijn ouders gesproken over studeren in het buitenland.
Ik heb met mijn ouders gesproken over studeren in het buitenland.