Examples of using "Przyszedłeś" in a sentence and their dutch translations:
- Waarom kwam je niet?
- Waarom kwamen jullie niet?
Waarom zijt ge naar hier gekomen?
Je kwam te laat.
Waarom ben je naar hiertoe gekomen?
Je kwam precies op tijd.
Waarom ben je pas nu gekomen?
Waarom ben je gekomen?
Ben je gekomen om de ceremonie bij te wonen?
Ben je gekomen om de ceremonie bij te wonen?
- Wanneer zijt ge aangekomen?
- Wanneer ben je aangekomen?