Examples of using "Otworzył" in a sentence and their dutch translations:
- Hij deed de deur open.
- Hij opende de deur.
Tom opende de kluis.
Tom opende zijn mond.
Tom opende een biertje.
Tom opende nog een biertje.
Waarmee hebt ge het geopend?
Hij vroeg me de deur open te doen.
...en in 1972 opende hij het eerste slangenpark van het land.