Examples of using "Un'arancia" in a sentence and their dutch translations:
- Wil je een sinaasappel?
- Wilt u een sinaasappel?
- Willen jullie een sinaasappel?
Geef me een sinaasappel.
Ik zal een sinaasappel voor je pellen.
Ik at een sinaasappel.
Hij at een sinaasappel.
Ik eet een oranje sinaasappel.
- Wilt u een sinaasappel?
- Willen jullie een sinaasappel?
Er ligt een sinaasappel op tafel.
Er ligt zelfs geen sinaasappel op tafel.
Ik heb een sinaasappel en een appel.
De vrouw eet een sinaasappel.
Er ligt een sinaasappel op de tafel.
Tom at een sinaasappel.
De aarde ziet er van bovenaf uit als een sinaasappel.
Deze vrucht heeft de vorm van een sinaasappel en smaakt als een ananas.