Examples of using "Umore" in a sentence and their dutch translations:
Je hebt vandaag een vreemd humeur.
Hij is gehumeurd.
Ze is in een slechte bui.
Ik was in een slecht humeur.
Ik heb vandaag een slecht humeur.
Ik ben in een goed humeur vandaag.
- Tom is nu in een slecht humeur.
- Tom is nu chagrijnig.
- Je bent chagrijnig.
- Jullie zijn chagrijnig.
- Je bent humeurig.
- Jullie zijn humeurig.
- Jij bent chagrijnig.
Tom is goed gehumeurd.
- Tom is een slechte stemming.
- Tom is in een slechte bui.
Tom was in een heel goede bui.
- Ik weet niet waarom ik deze morgen in een slechte bui ben.
- Ik weet niet waarom ik zo slecht gehumeurd ben deze morgen.
en hangt dat af van hoe de software van je raam interageert met je stemming?