Examples of using "Scrive" in a sentence and their dutch translations:
Hij schrijft.
Ze schrijft.
- Hij schrijft scripts.
- Hij schrijft scenario's.
Ze schrijft prachtig.
Hij schrijft Arabisch.
Ze schrijft Chinees.
Wanneer schrijf je?
Tom schrijft.
Ze schrijft constant brieven.
Ze schrijft over Sri Lanka.
Tom schrijft langzaam.
- Hoe schrijft men dat?
- Hoe wordt dat gespeld?
De broer schrijft.
Ze typt goed.
Deze pen schrijft niet goed.
Hoe spel je je naam?
Hoe spel je je achternaam?
Hoe schrijf je "Eyjafjallajökull"?
Hoe schrijf je "pretty"?
Hij schrijft me af en toe.
Hij schrijft een brief.
- Hij heeft lange tijd niet naar hen geschreven.
- Hij heeft hen lange tijd niet geschreven.
- Hij schrijft mij eens per week.
- Hij schrijft mij eenmaal per week.
Ik weet niet hoe ik het woord moet spellen.
Wanneer schrijf je?
Tom schrijft me nog nu en dan.
schrijven woorden, zeggen woorden,
Waar schrijft u?
Hoe spel je je achternaam?
Hoe spel je je naam?
Hij heeft hen lange tijd niet geschreven.
Hij schrijft een brief.
Hij schrijft zijn ouders eens per maand.
- Hoe spel je dat?
- Hoe schrijft men dat?
- Hoe wordt dat gespeld?
- Hoe wordt het gespeld?
Mijn grootmoeder sms't sneller dan jij.
- Hoe spel je dat?
- Hoe schrijft men dat?
Schrijf je in het Frans?
Hij geeft niet alleen les Engels, hij schrijft ook romans.
Tom schrijft een brief.
De meeste mensen schrijven over hun dagelijks leven.
Dat is de computer waarop hij zijn artikels schrijft.
Schrijf jij liefdesbrieven?
- Waarom schrijf je het niet in het Berbers?
- Waarom schrijft u het niet in het Berbers?