Examples of using "Sanno" in a sentence and their dutch translations:
Zij kunnen zwemmen.
Zij kunnen vissen.
Zij weten niets.
Weet iedereen het?
Ze weten wat er gebeurd is.
Ze weten waar Tom is.
Zij weten waarom.
Ze weten alles.
Iedereen weet van Tom.
- Iedereen weet dat je rijk bent.
- Iedereen weet dat u rijk bent.
- Iedereen weet dat jullie rijk zijn.
Zij kunnen Spaans spreken.
Kunnen ze geen Italiaans spreken?
Iedereen weet dat.
Wat weten zij er nu van?
Iedereen weet dat.
Dat weet een klein kind.
Weinig studenten kunnen Latijn lezen.
Niet alle vogels kunnen vliegen.
Nederlanders kunnen veel talen spreken.
Ik weet iets dat zij niet weten.
Russen weten alles van beren.
Iedereen weet dat.
Veel van mijn vrienden spreken Frans.
Tom en Maria weten niet wat ze moeten doen.
Ze worden zelden gezien en weinig mensen weten dat ze bestaan.
Iedereen weet dat Tom Maria leuk vindt.
Ze weten hoe hun honden gedood zijn.
Maar niet iedereen weet waarom Carver dat deed.
Tom en Mary kunnen niet tennissen.
Iedereen weet dat hij de laatste zou zijn om een belofte te breken.
Iedereen weet dat deze chemische stof schadelijk is voor de mens.
Ze weten dat ze makkelijk eten kunnen scoren in het donker.
Ik weet het, zij weten het, waarom hou ik dit vol?
Iederen weet dat zij alles gedaan heeft wat ze kon voor haar kinderen.
Mensen die hun woede doorleven en er vorm aangeven,
Veel mensen weten niet dat antibiotica niet effectief zijn tegen virusziekten.
Kunnen konijnen zwemmen?
Nederlanders kunnen veel talen spreken.
- Ze weten dat ik gelijk heb.
- U weet dat ik gelijk heb.