Examples of using "Rispondi" in a sentence and their dutch translations:
Antwoord.
Beantwoord de vraag.
- Waarom geef je geen antwoord?
- Waarom antwoord je niet?
- Antwoord.
- Reageer.
Antwoord.
Geef Tom antwoord.
- Waarom geef je geen antwoord?
- Waarom antwoord je niet?
- Waarom geef je geen antwoord?
- Waarom antwoord je niet?
Antwoord in het Engels.
Neem de telefoon op.
- Waarom geef je geen antwoord?
- Waarom geeft u geen antwoord?
- Waarom geven jullie geen antwoord?
- Waarom antwoord je niet?
- Waarom antwoordt u niet?
- Waarom antwoorden jullie niet?
- Schiet terug.
- Terugschieten!
- Vuur terug.
- Beantwoord de vraag.
- Antwoord op de vraag.
Geef Tom antwoord.
Geef ze antwoord.
Beantwoord mijn vraag.
Beantwoord mijn vragen.
Geef in het Engels antwoord op de volgende vragen.