Translation of "Positivo" in Dutch

Pensate positivo. Parlate positivo.

Denk positief. Spreek positief.

Pensa positivo!

Denk positief!

Tom è positivo.

Tom is positief.

- Sono positivo.
- Io sono positivo.
- Sono positiva.
- Io sono positiva.

- Ik weet het zeker.
- Ik ben er zeker van.

Tom è risultato positivo all'ebola.

Tom is positief op Ebola getest.

- Io sono positivo.
- Io sono positiva.

Ik weet het zeker.

Tom è risultato positivo al coronavirus.

Tom heeft positief getest op het coronavirus.

Per uno stato d'animo positivo e sereno.

voor een vredige, positieve geestestoestand.

Erano più propensi a rispondere in modo positivo

De kans op een positief antwoord

- Sono sicuro.
- Io sono positivo.
- Io sono positiva.

- Ik weet het zeker.
- Ik ben er zeker van.

Il fatto che sia piccolo e stretto è positivo.

Het is hier vrij krap en klein, en dat is goed.

O positivo è il tipo di sangue più comune.

O-positief is de meestvoorkomende bloedgroep.

E come si massimizzano le possibilità di un risultato positivo?

Hoe maximaliseer je de kans op een positieve uitkomst?

E infine, ricordatevi di finire la conversazione in modo positivo,

Tenslotte, vergeet niet het gesprek op een positieve manier te beëindigen,

Per me, quella storia non parla di guardare al lato positivo

Het is geen verhaal om alles langs de zonnige zijde te zien