Examples of using "Chiamò" in a sentence and their dutch translations:
Hij was aan het bellen.
Tom belde de buren.
- Ze heeft hem gebeld.
- Ze belde hem.
Iemand heeft gebeld.
Sami belde.
De oude man noemde de houten pop Pinokkio.
Tom belde Maria.
Tom belde vanuit Australië.
Yanni belde de imam.
Ze riep hem aan de telefoon.
Tom belde.
Lalita heeft gebeld.
De oude man noemde de houten pop Pinokkio.
Tom heeft me gebeld.
Ze heeft haar kat Tatoeba genoemd.
Hij noemde zijn hond Popeye.
- Hij riep een taxi voor mij.
- Hij hield een taxi voor mij aan.
- Mike heeft zijn hond Spike genoemd.
- Mike noemde zijn hond Spike.
Mijn moeder heeft me gebeld.
Tom belde me vanuit Boston.