Examples of using "Cammina" in a sentence and their dutch translations:
Hij loopt.
Hij loopt langzaam.
Hij loopt snel.
Jullie gaan langzaam.
Ze loopt.
Ze loopt.
Tom stapt traag.
Tom wandelt snel.
Loop eens wat langzamer.
Tom loopt.
Tom loopt.
Tom loopt als een zombie.
We moeten te voet verder.
- Ga langzaam.
- Loop langzaam.
- Ga langzaam!
- Ga langzaam vooruit.
- Wandel langzaam.
- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Weg!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Ga!
- Rot op.
- Lopen!
- Maak dat je wegkomt!
- Donder op.
- Vooruit.
- Loop weg!
Mijn vader loopt.
moed is door je angst heen gaan.
Loop eens wat langzamer.
Jij loopt op het ijs.
Niet lezen tijdens het lopen.
...zodat mensen die op het rif lopen er op kunnen gaan staan... ...die zich overdag voor roofdieren verbergt.
Ik hou van de manier waarop je loopt.
Hierlangs!