Examples of using "Camion" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb een vrachtwagen.
Een vrachtwagen heeft de hond aangereden.
Ik ben eraan gewend om een vrachtwagen te besturen.
- Hij reed met de vrachtwagen naar Dallas.
- Hij reed de truck naar Dallas.
Tom laadde de vrachtwagen in met zand.
De vuilkar komt driemaal per week.