Examples of using "Arreso" in a sentence and their dutch translations:
- Wie gaf zich over?
- Wie heeft zich overgegeven?
Hij gaf zich over.
Tom gaf zich over.
Hij gaf op.
- De regering van Mexico gaf zich over.
- De Mexicaanse regering gaf zich over.
Ik had het opgegeven en wilde teruggaan naar de kust. Iets deed me een beetje naar links gaan.
Tom gaf het op.