Examples of using "Accanto" in a sentence and their dutch translations:
Hij is naast mij.
Ik woon naast hen.
Ik woon naast haar.
Hij woonde naast zijn oom.
Tom ging naast Mary zitten.
Hij woonde naast zijn oom.
- Is er iemand in de kamer ernaast?
- Is er iemand in de kamer hiernaast?
Tom zat naast Mary.
om naar de vrouwen in je leven te luisteren?
De kat slaapt graag naast me.
Toen ging Chas naast me zitten.
...en er zit nog een grote octopus naast haar.
Hou de hand vast van je persoon naast je.
Mijn oom woont in de buurt van de school.
- Ze zat naast me.
- Ze zat naast mij.
En dan ga ik lekker tegen mijn vriend schaap aan liggen.
- Ik zette mij naast hem.
- Ik ging naast hem zitten.
In 1835 reed hij naast koning Louis Philippe in een openbare parade…
- De bank bevindt zich naast het postkantoor.
- De bank ligt naast het postkantoor.
Tom zat naast Mary.
- Er is een kerk dicht bij mijn huis.
- Er staat een kerk naast mijn huis.
Tom wilde niet naast me zitten.
Maar zelfs manta's van vijf meter lijken klein naast de grootste vis van de zee.