Examples of using "Abitava" in a sentence and their dutch translations:
- Tom heeft daar gewoond.
- Tom woonde daar.
Hij woonde naast zijn oom.
- Tom heeft daar gewoond.
- Tom woonde daar.
Hij heeft, geloof ik, in Spanje gewoond.
Bin woonde in Singapore.
Tom woonde vroeger in Boston.
Hij woonde naast zijn oom.