Examples of using "Tudsz" in a sentence and their dutch translations:
- Kan je lopen?
- Kunt u stappen?
- Kunt u lopen?
- Kun je schaatsen?
- Kun je skaten?
Kan je me helpen?
- Hoe laat kun je komen?
- Hoe laat kunt u komen?
- Hoe laat kunnen jullie komen?
Kan je Arabisch lezen?
Kun je jongleren?
- Kunt u Frans spreken?
- Kan je Frans spreken?
- Kunnen jullie Frans spreken?
- Spreek je Engels?
- Spreekt u Engels?
Weet je iets?
- Kan jij skiën?
- Kunt u skiën?
- Kunnen jullie skiën?
Je kan helpen.
Je weet genoeg.
- Kan je schaatsen?
- Kan je skaten?
- Kunt u skaten?
- Kunnen jullie skaten?
- Kun je schaatsen?
- Kunt u schaatsen?
- Kunnen jullie schaatsen?
- Kun je skaten?
Kun je zwemmen?
Kun jij paardrijden?
Kun je Latijn?
Spreekt u Italiaans?
Kan je naaien?
Kan je lezen?
- Je kunt niet zwemmen.
- Jij kan niet zwemmen.
Kan je morgen komen?
Kan je Arabisch lezen?
Wat weet je daarover?
Kan je echt niet zwemmen?
- Kan je een geheim bewaren?
- Kunnen jullie een geheim bewaren?
- Kunt u een geheim bewaren?
Pak me dan, als je kan.
- Je kunt hier studeren.
- U kunt hier studeren.
- Jullie kunnen hier studeren.
Jij kan toch typen?
"Kunt gij gitaar spelen?" "Ja."
Kunt u autorijden?
- Kunt u me helpen?
- Kan je me helpen?
- Kunt u mij helpen?
- Kan je ons helpen?
- Kunt u ons helpen?
- Kunnen jullie ons helpen?
Wat weet je over Tom?
- Kunnen jullie me vergeven?
- Kunt u me vergeven?
- Kan je mij vergeven?
- Kun je goed skiën?
- Kunt u goed skiën?
- Kunnen jullie goed skiën?
Spreekt u Frans?
Je kan dansen, nietwaar?
- Kun je in het Frans tellen?
- Kunt u in het Frans tellen?
- Kunnen jullie in het Frans tellen?
Wat weet jij over Israël?
Wat weet jij over Brazilië?
- Je kunt niet zwemmen.
- Jij kan niet zwemmen.
- U kunt niet zwemmen.
- Jullie kunnen niet zwemmen.
- Je weet van niets.
- Je weet nergens van.
Je hebt geen manieren.
- Waar heb je Italiaans geleerd?
- Waar heeft u Italiaans geleerd?
- Wanneer kunt ge komen?
- Hoe laat kun je komen?
Kan je met stokjes eten?
Spreek je Engels?
Waar heb je je Engels opgedaan?
Kun je me een beetje helpen?
Jij kan niet zwemmen, of toch?
- Hoe hoog kun je springen?
- Hoe hoog kunnen jullie springen?
Hoeveel Engelse woorden kent u?
Je weet al te veel.
Jullie weten alles over mij.
- Spreekt u Italiaans?
- Spreek je Italiaans?
- Spreken jullie Italiaans?
Hoeveel Engelse woorden kent u?
Kan je morgen komen?
Wat weet jij over zombies?
Kun je zwemmen?
Kun je goed geheimen bewaren?
Kan je komen?
Je speelt piano, nietwaar?
- Je kan niet bij mij zitten.
- Je mag niet bij mij zitten.
- Kan je blijven?
- Kunt u blijven?
- Kunnen jullie blijven?
Zou je even kunnen wachten?
- Kan je lezen?
- Kunnen jullie lezen?
- Kunt u lezen?
Kun je ook in het Italiaans tellen?
Ren zo snel als je kan.
Kunt ge zondagavond komen?
Weet je iets over je familie?
Kun je veel in het Nederlands zeggen?
Je kan me niet helpen.
Je kunt overal aan wennen.
Ken je een goede dokter?
Kan je mij vergeven?
Kan je naar beneden komen?
Je weet tamelijk veel over sumo-worstelen.
Kan je er ook één voor mij kopen?
Kan je me een voorbeeld geven?
Kan je pianospelen?
Kunt ge zondagavond komen?
- Volgend jaar zult ge goed kunnen skiën.
- Volgend jaar zal je goed kunnen skiën.
- Jij kan niet zwemmen, of toch?
- Je kunt niet zwemmen, wel?
- Kun je vertalen?
- Kunnen jullie vertalen?
- Kunt u vertalen?
Je kunt me op dit nummer bereiken.
- Hé, jij kunt tikken zonder te kijken naar het toetsenbord. Cool zeg!
- Hé, jij kunt blind tikken. Prachtig!
- Hoeveel kerstliederen kun je uit je hoofd zingen?
- Hoeveel kerstliederen kunt u uit uw hoofd zingen?
- Hoeveel kerstliederen kunnen jullie uit jullie hoofd zingen?
Kan je mij helpen om mijn hond te vinden?
Ik hoop dat je kan komen.
Wat niet weet, wat niet deert.
Kan je even vlug zwemmen als hij?