Examples of using "Lássam" in a sentence and their dutch translations:
- Laat me dat eens zien.
- Laat me dat zien.
Laat me het zien.
Laat me even kijken.
- Laat zien.
- Laat me even kijken.
- Laat me eens zien.
- Laat zien wat ge gekocht hebt.
- Laat me zien wat je gekocht hebt.
Ik wilde de kans om Hong Kong te zien niet laten lopen, dus ging ik akkoord om te reizen.