Examples of using "Játszanak" in a sentence and their dutch translations:
Kinderen moeten spelen.
Ze spelen vaak samen.
Zij gaan na school honkbal spelen.
Kinderen spelen met speelgoed.
- Er spelen wat kinderen op het strand.
- Er spelen enkele kinderen op het strand.
Kinderen spelen met blokken.
en roepen hun zetten naar elkaar door het maaltijdluikje --
Ik kijk graag naar spelende kinderen.
Bingo is iets voor oma's.