Examples of using "Halni" in a sentence and their dutch translations:
- Zal hij sterven?
- Zal zij sterven?
- Gaat hij dood?
- Gaat zij dood?
Ik wil sterven.
Ik wilde dood.
- Je zal sterven.
- Je zal zeker sterven.
We moeten allen sterven.
- Ze staat op het punt om dood te gaan.
- Ze staat op het punt om te sterven.
Zal Tom sterven?
- Tom zal sterven.
- Tom zal doodgaan.
Ik weet dat ik dood ga.
Kun je van angst sterven?
Tom dacht dat hij ging sterven.
Zijn wij bang om dood te gaan?
dat toen ik zeker wist dat ik ging sterven,
Zij zal sterven.
Als je niet eet, sterf je.