Examples of using "Fagylaltot" in a sentence and their dutch translations:
Willen jullie wat ijs?
Ik wil ijs eten.
- Wil je meer ijs?
- Wilt u meer ijs?
- Willen jullie meer ijs?
Ze houdt van ijs.
Wie wil er ijs?
Drie ijsjes, alstublieft.
Ik wil een vanille-ijsje.
Ik vind het ijs niet lekker.
Tom houdt van ijs.
Iedereen houdt van ijs.
Ik hou van chocoladeijs!
Twee ijsjes, alstublieft.
Wil je wat ijs?
Ik hou van ijs.
- Ik hou van ijs.
- Ik ben gek op ijs.
Ik hou van chocoladeijs!
Als je mij ijs koopt, dan zal ik je kussen.
Ik hou niet van ijs.