Examples of using "Fából" in a sentence and their dutch translations:
Het bureau is gemaakt uit hout.
Dat speelgoed is van hout gemaakt.
met de hand gesneden uit zeldzaam hout,
We zijn gemaakt van krom hout,
De doos is van hout gemaakt.
De doos is van hout gemaakt.
Een mens is niet van steen.
- De brug is van hout.
- De brug is van hout gemaakt.
Ik heb een tafel van hout.
Al het speelgoed is van hout.
Die tafel is van hout.
Het speeltuig is van hout.
- Dit stuk speelgoed is van hout.
- Dat speelgoed is van hout gemaakt.
- Die tafel is van hout.
- Deze tafel is van hout.
- Deze tafel is van hout gemaakt.
- Dit stuk speelgoed is van hout.
- Dat speelgoed is van hout gemaakt.
Die tafel is van hout.
Ik heb een houten tafel.
Er werd een houten brug over de Khumbu-ijswaterval gemaakt van bomen.