Examples of using "Bankba" in a sentence and their dutch translations:
Ik ga naar de bank.
Ik ga naar de bank.
Ik moet naar de bank.
- Ik ga naar de bank.
- Ik ben op weg naar de bank.
Ik ben naar de bank geweest om geld op te nemen.
Ik moet naar de bank.
Het is prachtig om een bank in te gaan met een .45.