Examples of using "Aludtál" in a sentence and their dutch translations:
Heb je geslapen?
- Heb je überhaupt geslapen?
- Heb je wel wat kunnen slapen?
Ten minste één heeft er geslapen.
- Hebt ge goed geslapen?
- Heb je goed geslapen?
- Heb jij goed geslapen?
Heb je vannacht genoeg geslapen?
Heb je goed geslapen?
Heb je goed geslapen?