Examples of using "Zitterte" in a sentence and their dutch translations:
Ik beefde.
Tom beefde.
Maria beefde.
Ze bibberde van de kou.
Ik trilde als een espenblad.
Ik beefde van angst.
Mary rilde in haar dunne bloesje.
Het was zo koud, dat ik rilde.
Hij rilt door de kou.
Zijn hand beefde toen hij de vulpen nam om te ondertekenen.