Examples of using "Wiederzusehen" in a sentence and their dutch translations:
- Het doet mij plezier dat ge terug zijt.
- Het verheugt me je terug te zien.
- Ik ben blij u weer te zien.
- Ik ben blij jullie weer te zien.
- Het verheugt me je terug te zien.
- Ik ben blij om je weer te zien.
Ik ben blij je weer te zien.
- Ik ben blij u weer te zien.
- Ik ben blij je weer te zien.
- Ik ben blij jullie weer te zien.
- Het verheugt me je terug te zien.
- Het doet me plezier je weer te zien.
We hopen je weer te zien.
Ik ben zo blij je weer te zien.
Ik ben blij u weer te zien.
Maria besliste hem nooit meer terug te zien.
- Ik ben blij je weer te zien.
- Ik ben blij om je weer te zien.
Het was erg leuk je weer eens gezien te hebben.
- Het verheugt me je terug te zien.
- Het doet me plezier je weer te zien.
Mijn ouders hadden mij verboden Tom nog een keer te zien.
Ik hoop je volgend jaar weer te zien.
- Ik vind het heel prettig u nog eens te zien.
- Het is heel prettig om je weer te zien.
Het is heel prettig om je weer te zien.
- Ik kan niet wachten om je weer te zien.
- Ik kijk ernaar uit u weer te zien.
Ik ben zo blij je weer te zien.
Ik hoop je gauw weer te zien.
- We zijn blij om je weer te zien.
- We zijn blij om u weer te zien.
- We zijn blij om jullie weer te zien.
Ik kan niet wachten om je weer te zien.