Examples of using "Vettern" in a sentence and their dutch translations:
- Het zijn neven en nichten.
- Ze zijn neven en nichten.
- Ze zijn neven.
- Het zijn neven.
- Het zijn neven en nichten.
- Ze zijn neven en nichten.
- Ze zijn neven.
- Het zijn neven.
Ze zijn neven, als ik het me goed herinner.
Ik heb drie neven.
- Ik heb twee nichtjes.
- Ik heb twee neefjes.