Examples of using "Telefonisch" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb per telefoon een pizza besteld.
Ik heb per telefoon een pizza besteld.
Ik zal telefonisch bereikbaar zijn.
Wanneer ben je telefonisch bereikbaar?
- Ik heb telefonisch een pizza besteld.
- Ik heb per telefoon een pizza besteld.
- Ik heb telefonisch een pizza besteld.
- Ik heb per telefoon een pizza besteld.
Ze bespraken het via de telefoon.
Mijn advies: Ga niet bij hem op bezoek, maar neem telefonisch contact op.